Watermeloen is een sappige, zoete vrucht met hoog watergehalte en verfrissende smaak. Een favoriet zomerfruit tijdens warme dagen.
Watermeloenen zijn over het algemeen groter, hebben een hoger watergehalte en een knapperige textuur. Suikermeloenen (zoals cantaloupe en honingmeloen) hebben steviger vruchtvlees en zijn meestal zoeter van smaak.
Er zijn verschillende soorten watermeloen, waaronder rassen met of zonder zaden, en met variërende groottes, kleuren en smaken.
Watermeloenplanten zijn rankende kruipers. Ze hebben veel ruimte nodig om over de grond te groeien, of je kunt ze opbinden om ze te laten klimmen.
Voor de beste resultaten begin je met zaaien binnenshuis in kleine potjes, van half april tot half mei. Watermeloenen hebben een constante, warme temperatuur nodig van rond de 22 °C om te ontkiemen.
Zaai de zaden ongeveer 1,5 cm diep in potjes gevuld met zaai- en stekgrond.
Wacht met uitplanten tot na de IJsheiligen (half mei) en wanneer er geen kans meer is op nachtvorst. Hard de planten eerst af door ze overdag alvast buiten te zetten.
Ja, watermeloenen zijn gulzige eters. Geef een meststof die rijk is aan fosfor en kalium, bij voorkeur een tomatenmest.
Snoeien is noodzakelijk om de plant in toom te houden en de energie te richten op de vruchtvorming. Beperk de groei tot 2-3 hoofdranken.
Watermeloenplanten hebben zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen. Bij teelt in een kas of bij gebrek aan insecten kan handbestuiving nodig zijn. Dit doe je door stuifmeel van een mannelijke bloem op de stamper van een vrouwelijke bloem te strijken.
