Peulvruchten, rijk aan eiwitten en vezels. Ze zijn veelzijdig in de keuken, geschikt voor koken, stomen of rauw, en versterken salades, soepen en warme gerechten.
Erwten en bonen behoren beide tot de vlinderbloemenfamilie. Over het algemeen zijn erwten de 'groene' soort die vers wordt gegeten (zoals doperwten en peultjes), terwijl bonen (zoals sperziebonen en snijbonen) ook als jonge peul of als droge boon geconsumeerd worden.
U kunt erwtenzaden het beste in het vroege voorjaar zaaien, zodra de bodem bewerkbaar is en het gevaar voor strenge vorst voorbij is. Sommige winterharde peultjes kunnen zelfs in de herfst worden gezaaid.
Wacht met het zaaien van bonen tot half mei, wanneer er geen risico meer is op nachtvorst en de bodemtemperatuur minimaal 12ยฐC is.
ย
Zaai zowel erwten- als bonenzaden op ongeveer 2 tot 5 cm diepte, afhankelijk van de grootte van het zaad.
Het is beter om erwten en bonen direct in de volle grond te zaaien. Ze hebben een penwortel die slecht tegen verplanten kan.
Houd bij het zaaien een afstand van ongeveer 5 tot 10 cm tussen de zaden aan. Voor stokbonen plant u per stok een paar zaden.
Over het algemeen hebben erwten en bonen niet veel extra bemesting nodig, omdat ze stikstof uit de lucht binden en aan de bodem afgeven.
Meeldauw is een veelvoorkomende schimmelziekte bij erwten en bonen. Ook kunnen er schimmelziekten zoals Sclerotinia optreden.
Meeldauw herkent u aan een witte poederachtige aanslag op de bladeren. Zorg voor voldoende luchtcirculatie om dit te voorkomen.