Grote, vruchtbare pompoen planten met stevige stengels en opvallende, eetbare of decoratieve vruchten. Ideaal voor moestuin, tuin borders en herfstdecoratie.
De productgroep Cucurbita maxima bij Easyseeds.eu omvat krachtige winterpompoenen met rijke smaak, indrukwekkende vormen en optimale bewaarpotentie. Deze rassen zijn geliefd bij hobbytuinders én professionele telers voor tuin, keuken en decoratie.
Grootte & diversiteit: Van middelgrote pompoenen zoals Bylinka (~2 kg) tot reuzenrassen zoals Wyatt’s Wonder, die normaal gezien 30-40 kg halen en in goede jaren zelfs >50 kg.
Vorm & kleur: Rassen als Golden Pumpkin (lichtrood/oranje, uniforme vruchtvorm) en Bleu de Hongrie (grijsblauwe schil met contrast tussen schil en vruchtvlees) bieden zowel culinaire als esthetische waarde.
Smaak & gebruik: Veel rassen zijn geschikt om te koken, pureren, bakken of voor soep. De stevige schil van soorten zoals Zora F1 en Orange Summer F1 hoeft vaak niet eens verwijderd te worden.
Bewaring: Veel rassen blijven goed bewaard tot in de lente, mits geoogst wanneer de schil volledig is uitgehard. Bijvoorbeeld Bylinka kan bewaard worden tot ongeveer maart.
Kieming & zaaien: Voorzaaien vanaf eind april of directe zaai begin mei. Optimale kiemtemperaturen liggen rond 24-30 °C. Zaad niet te nat houden; na kieming zorgen voor voldoende licht en matige warmte.
Standplaats & bodem: Warme, goed doorlatende bodem met voldoende vruchtbaarheid. Zonnige plek verdient de voorkeur.
Ruimtegebruik: Ranken of uitlopende planten hebben vaak 1-4 m² per plant nodig, afhankelijk van ras. Reuzenpompoenen zoals Atlantic Giant hebben minimaal 10 m², idealiter 20-25 m² nodig.
Rijpingstijd: De meeste rassen hebben ca. 90-110 dagen nodig tot oogst; voor reuzenrassen zoals Atlantic Giant geldt een langere periode (± 125 dagen).
Breed aanbod: Rassen variëren van decoratief-esthetisch (Alladin’s Turban) tot functioneel culinair of reusachtig showmateriaal (Wyatt’s Wonder, Atlantic Giant).
Kwaliteit & uniformiteit: Veel rassen zijn geselecteerd op opbrengst, vorm-uniformiteit en robuustheid tegen klimaat en ziekten.
Duidelijke teeltadvies: Elke variëteit wordt geleverd met informatie over plantafstand, groeiwijze, zaaitips, mogelijke plagen (slakken, meeldauw, virussen) en bewaarmogelijkheden.
Belangrijke typen en bekende variëteiten:
Hubbard-pompoen: Deze pompoenen staan bekend om hun harde, gebobbelde schil, die vaak grijsblauw, groen of oranje is. Het vruchtvlees is zoet en oranje. Bekende rassen zijn de 'Boston Marrow' en de 'Blue Hubbard'.
Buttercup-pompoen: Dit type wordt gekenmerkt door zijn tulbandachtige vorm en zoet, stevig vruchtvlees. Een voorbeeld is de 'Buttercup'.
Kabocha: Een Japanse pompoen met een uitzonderlijk zoete smaak. Het vruchtvlees heeft een fluweelzachte textuur, vergelijkbaar met een zoete aardappel. Variëteiten zoals 'Uchiki Kuri' (ook bekend als Red Kuri) vallen onder dit type.
Banaanpompoen: Deze pompoenen hebben een langwerpige, banaanstompe vorm. Ze kunnen erg groot worden en hebben een zachtzoete smaak.
Reuzenpompoenen: Deze variëteiten zijn speciaal gekweekt voor wedstrijden en kunnen extreme gewichten bereiken. Bekende cultivars zijn de 'Atlantic Giant' en 'Big Max'.
Turban-pompoen: Deze pompoenen, ook wel turkse muts genoemd, hebben een kenmerkende vorm die doet denken aan een tulband. Ze zijn ook geschikt om te eten.
Heirloom-variëteiten:
'Marina di Chioggia': Een Italiaanse pompoen met een knobbelige, grijsgroene schil en zoet, smakelijk vruchtvlees.
'Rouge Vif d'Etampes': Een rode, platte en geribde pompoen die ook wel de "Assepoesterpompoen" wordt genoemd.
Ja, alle reuzenpompoenen die boven de 140 kilo wegen, behoren tot deze soort.
Cucurbita maxima heeft een beschutte plaats in de volle zon nodig, met minimaal 6 uur direct zonlicht per dag.
Cucurbita heeft een beschutte plaats in de volle zon nodig, met minimaal 6 uur direct zonlicht per dag.
Heeft regelmatig water nodig, zeker tijdens de vruchtvorming. Geef water bij de wortels om de bladeren droog te houden en meeldauw te voorkomen.
Veelvoorkomende ziekten zijn meeldauw, wortelrot en verschillende virusziekten.
Slakken zijn dol op jonge zaailingen. Later in het seizoen kunnen ook bladluizen en spintmijten een probleem vormen.
Zorg voor een goede luchtcirculatie, geef water aan de voet van de plant en zorg voor een gezonde bodem.
