Nieuwe veredeling voor koelere teeltgebieden.

Deze gezonde en krachtige variëteit is speciaal veredeld voor de koelere teeltgebieden van Midden- tot Noord-Europa.

De planten gedijen betrouwbaar op warme en zonnige plekken; de ovale vruchten zijn aan de buitenkant grijs-groen en aan de binnenkant oranje wanneer ze volledig rijp zijn.

Het aroma en de smaak zijn uitstekend bij volledige rijpheid.

Meloenen groeien matig en hebben ongeveer 1–2 vierkante meter per plant nodig.

Meloenen doen het goed op mulchfolie.

Bij een mooie en warme zomer bevat het vruchtvlees meer suiker dan bij een koude zomer.

De zaden worden binnenshuis vanaf begin april gezaaid bij 24–28 °C, direct met 1–2 zaden in het kleine potje (houd de potten niet te vochtig), of vanaf half mei buitenshuis op een warme locatie. De oogst vindt op warme locaties plaats vanaf half juli.

Mogelijke plagen: bladluizen, muizen, meeldauw.