Bloembollen geven uw tuin elk voorjaar prachtige kleuren, eenvoudig te planten en jarenlang plezier van bloemen. Ontdek ons grote aanbod aan bloembollen geschikt voor de snij.
Bloembollen zijn één van de meest veelzijdige en sfeervolle middelen om elk tuin- , balkon- of snijbloemen project tot kleurrijke bloei te brengen.
Met hun ondergrondse opslagorganen – denk aan echte bollen, knollen en wortelstokken – leggen ze tijdens hun rustperiode voedingsstoffen vast die, zodra het seizoen begint, zorgen voor een spectaculaire en krachtige uitbarsting van bloemen.
Binnen de categorie bloembollen onderscheiden we grofweg twee hoofdgroepen:
– Voorjaarsbloeiers: deze worden in het najaar geplant (meestal tussen september en december) en bloeien in het voorjaar. Voorbeelden zijn tulpen, narcissen, hyacinten, krokussen en sieruien.
– Zomer- of najaarsbloeiers: deze worden in het voorjaar gepoot en geven hun pracht in de warmere maanden. Denk aan Dahlia’s, Gladiolen, Calla’s en andere knolgewassen.
Daarnaast bestaan er soorten die met wat extra zorg in andere tijden kunnen bloeien of verwilderen, wat extra flexibiliteit creëert voor de tuinier.
Planttips:
– kies een plek met goede drainage, bij voorkeur in de zon of halfschaduw. Zorg dat de grond los en luchtig is.
– als vuistregel geldt: plant de bol circa twee keer zijn hoogte diep. De afstand tussen bollen hangt af van het ras — kleine bollen dicht op elkaar, grotere wat ruimer.
– plant voorjaarsbollen in de herfst, en zomerbollen in het voorjaar, zodra het gevaar voor nachtvorst voorbij is.
– verwijder uitgebloeide bloemen (maar laat het blad zitten tot het natuurlijk afsterft), geef zo nodig organische mest, en bescherm gevoelige knollen tijdens strenge winters.
De ideale planttijd hangt af van het soort bloembol. Voorjaarsbloeiende bloembollen (zoals tulpen, narcissen en krokussen) plant je in de herfst – van september tot december, vóór de eerste vorst. Zomerbloeiende bloembollen (zoals dahlia’s, gladiolen en lelies) plant je juist in het voorjaar, zodra de kans op nachtvorst voorbij is.
Een goede vuistregel is: plant de bloembol twee tot drie keer zo diep als de hoogte van de bol.
Bijvoorbeeld: een bol van 5 cm hoog plant je 10–15 cm diep. Zorg dat de punt naar boven wijst en houd wat afstand tussen de bollen zodat ze ruimte hebben om te groeien.
Zeker! Veel bloembollen doen het uitstekend in potten of bakken. Gebruik goed doorlatende potgrond en zorg dat er onderin de pot een afvoergat zit zodat overtollig water weg kan. In de winter kun je potten met voorjaarsbollen het best op een beschutte plek zetten of afdekken tegen strenge vorst.
Laat het loof vanzelf afsterven – het blad voedt de bol voor het volgende seizoen. Knip pas af als het blad helemaal geel is. Je kunt de bollen in de grond laten zitten of ze uitgraven, drogen en koel bewaren tot het volgende plantseizoen.
Sommige bloembollen, zoals narcissen en alliums, komen elk jaar opnieuw terug en vermeerderen zich zelfs. Tulpen daarentegen bloeien vaak het mooist in het eerste jaar. Wil je ze hergebruiken, haal ze na de bloei uit de grond, laat ze drogen en bewaar ze koel en donker tot het volgende najaar.
