Uniforme, resistente hybride voor het gehele teeltjaar.

Jarola F1 vormt sneeuwwitte cilindrische wortels van ongeveer 25 cm lang. Met zijn bijzonder goede geschiktheid voor vroege teelt groeit Jarola F1 ook betrouwbaar in de zomer en herfst. De vruchten zijn mild pittig, resistent tegen zwart worden en hebben geen neiging tot barsten.

Het zaaien vindt buiten plaats van maart tot augustus als directe rijenzaai, 20–30 cm uit elkaar, in de rij 15–20 cm. De oogst vindt plaats van eind mei tot oktober, afhankelijk van de zaai datum.

Radijsjes moeten altijd goed van water voorzien zijn, niet overrijp worden geoogst en mogen nooit droog blijven, omdat dit leidt tot scherpte en houtigheid.