Kleine, vroege, zoete, gele watermeloen.

Een vrij vroege en goed hanteerbare watermeloen met een gewicht van 2–4 kg, geel vruchtvlees en een uitstekende smaak.

Heeft een hoge Brix-waarde, wat de smaak positief beïnvloedt. Bevat weinig zaden, maar is niet geheel zaadloos. Een betrouwbare variëteit met zeer goede beoordelingen uit proefteelten.

Het teeltsucces en het suikergehalte zijn afhankelijk van warmte en zon. Meloenen hebben een warme standplaats nodig.

De planten groeien middelmatig en vragen circa 1–2 m² per plant. Gebruik van mulchfolie wordt aanbevolen.

In een warme zomer bevat het vruchtvlees meer suiker dan in een koele zomer.

Zaai-instructies: binnenshuis zaaien vanaf begin april bij 24–28 °C, direct met 1–2 zaden per potje (de potjes niet te vochtig houden), of vanaf half mei buiten op een warme plek.

Mogelijke plagen: luizen, muizen, meeldauw, valse meeldauw en virale ziekten.