Zeer vroege, kleine watermeloen met gele schil.

Een van de vroegste watermeloenen is dit Amerikaanse ras uit 1959.

De gele vruchten wegen slechts 1 tot 1,5 kg en bevatten rood vruchtvlees met het typische aroma, maar iets minder zoetheid.

Met een oogst die al 70 tot 75 dagen na het zaaien begint en de gele kleur die de rijpheid volledig aangeeft, is dit compacte ras zeker een aanwinst voor elke tuin.

Het teeltsucces en het suikergehalte van de vruchten zijn afhankelijk van warmte en zon. Meloenen hebben een warme standplaats nodig.

De planten groeien middelmatig en vragen ongeveer 1–2 m² per plant. Gebruik van mulchfolie wordt aanbevolen.

In een warme zomer bevat het vruchtvlees meer suiker dan in een koele zomer.

Zaai-instructies: binnenshuis zaaien vanaf begin april bij 24–28 °C, direct met 1–2 zaden per potje (de potjes niet te vochtig houden), of vanaf half mei buiten op een warme plek.

Mogelijke plagen: luizen, muizen, meeldauw, valse meeldauw en virale ziekten.